OUDE DELFT 49 DELFT
INTERIEURHISTORISCH ONDERZOEK
ITALIAANSE STUCWERKERS IN NEDERLAND
De Fundatie van Renswoude aan de Oude Delft 49 te Delft werd opgericht tussen 1756 en 1759. Aanleiding tot de bouw van dit pand was het nalatenschap van Maria Duyst van Voorhout die in 1754 overleed. Maria was in 1662 geboren als dochter van de burgemeester van Delft, Hendrik Duyst van Voorhout en Cornelia Doubleth. Zij bereikte een voor de achttiende eeuw hoge leeftijd en bezat een enorme rijkdom.
Maria behoorde met een bezit van circa twee miljoen gulden tot één van de rijkste vrouwen van de achttiende-eeuwse Republiek. Na uitkoop van enkele verre familieleden en donaties aan liefdadigheidsinstellingen werd het gehele resterende bedrag, conform Maria’s testament, gebruikt voor de stichting van drie weeshuizen voor getalenteerde jongens. Het betrof in dit geval het Weeshuis der gereformeerden in Delft. Tot op de dag van vandaag wordt het vermogen nog steeds ingezet bij het honoreren van studiebeurzen.
Het gebouw aan de Oude Delft is ontworpen door de Italiaanse stucwerker en architect Joseph Bollina. In de achttiende eeuw kwamen veel stucwerkers naar Nederland waar grote opdrachten waren te verwerven. Naast Delft is ook in Den Haag en Amsterdam nog een groot aantal interieurs van deze Italiaanse immigranten te bewonderen. De Regentenkamer van de Fundatie van Renswoude aan de Oude Delft 49 kan zich met recht beroepen op de status ‘Topstukken uit de Rococoperiode’.
Er zijn in Nederland een beperkt aantal interieurs uit deze periode zo compleet bewaard gebleven. De Velours d’ Utrecht, de rode wandbespanning, is waarschijnlijk beperkt aan zonlicht blootgesteld, gezien de goede kleurkwaliteit. Hoewel zichtbaar meerdere keren gerestaureerd zijn de stucdecoraties nog van hoge kwaliteit. Een interieurhistorisch onderzoek heeft inzicht gegeven in de geschiedenis van het gebouw dat in drie hoofdfasen is onder te verdelen.
Zowel wanden als plafond zijn door de bouwmeester Joseph Bollina eigenhandig gedecoreerd. Alle elementen zijn in samenhang met elkaar in rococostijl vormgegeven. Op de voordeur na zijn alle elementen nog uit de oorspronkelijke bouw, al dan niet gerestaureerd. In een diepe nis staat een bijzondere marmeren zitbank, waarboven vijf putti de zeven wapens van de regenten uit de tijd van de bouw vasthouden. De schilden zijn gevat in een rococo omlijsting. Het plafond bevat twee putti, waarvan één de regenten met een trompet toejuicht, terwijl de andere een blik werpt op ingang van de regentenkamer. Zonnestralen, vanuit de richting van het bovenlicht van de deur beschijnen deze putti. Boven de deur naar de lange gang doen nog eens drie putti zich tegoed aan een leeglopende hoorn des overvloed om maar aan te geven dat niemand in dit pand iets tekort zal komen.
Opdrachtgever: Hogeschool Utrecht
Uitvoering onderzoek: 2016